Tábor (***)
Regio (kraj) : Zuid-Bohemen
District (okres) : Tábor
Coördinaten locatie : 49°24 N 14°39 O
GPS parking : Žižkovo Náměstí
Website locatie : Tábor
Tábor is gelegen in de regio Zuid-Bohemen en de hoofdplaats van het district Tábor.
De stad ligt aan de rivier Lužnice, ongeveer 80 km ten zuiden van Praag, langs de verbindingsweg via České Budějovíce naar Oostenrijk. Tábor heeft een oppervlakte van ongeveer 63 km² en telt ongeveer 35.000 inwoners.
In de vroege middeleeuwen stond op de plaats van het huidige Tábor een nederzetting die aan het eind van de 13de eeuw werd platgebrand. Alleen de vesting Kotnov bleef over. Op enige afstand bevond zich een andere burcht, Kozí Hrádec, waar tussen 1412 en 1414 de predikant Johannes Hus zijn toevlucht zocht. In het nabijgelegen plaatsje Sezimovo Ústi ontstond onder zijn invloed de eerste georganiseerde Hussitische gemeente in Zuid-Bohemen. Ook elders in het land vond Jan Hus gehoor, vooral in Praag.
Omdat de volgelingen van Hus in aantal groeiden, werden zij uit Sezimovo Ústi verdreven. De bannelingen lieten hun oog vallen op de berg waarop de vesting Kotnov stond. In 1420 stichtten de militante hussieten daar een nederzetting die zij Hradiště noemden. Aan de berg gaven zij de bijbelse naam Tábor. Het werd het middelpunt van de radicale tak van de hussitische beweging, de taborieten. In hun strijd tegen de Kerk kregen zij het zelfs met hun gematigde medestanders, de ultraquisten, aan de stok. De taborieten streefden onder andere een christelijke leefgemeenschap na, waarin sociale gerechtigheid zo'n hoge prioriteit had, dat bijvoorbeeld privébezit werd afgeschaft. Dit ideaal maakte hen bij de arme plattelandsbevolking zeer geliefd, evenals 500 jaar later bij de communisten, die er alles aan gedaan hebben om de taborieten propagandistisch uit te roepen tot de eigenlijke voorlopers van hun ideeën.
Aan het hoofd van de strijdbare hussieten stond Jan Žižka, een één-ogige ijzerbewerker uit Trocnov. Onder zijn aanvoering trok een leger van hussieten door het land, waarbij zij grote verwoestingen aanrichtten aan de bezittingen van de katholieke kerk. Tábor was hun steunpunt en hun uitvalsbasis.
Ondanks Žižka's dood in 1424 duurde het nog tot in 1434 voordat Tábor door de katholieke macht ingenomen kon worden. Maar liefst vijf belegeringen had de vesting op de berg toen al weerstaan. Daarop volgde een politieke en economische neergang, die een dieptepunt bereikte tijdens de Dertigjarige Oorlog. Pas omstreeks het midden van de 18de eeuw begon Tabor er weer bovenop te komen. De stad groeide uit tot een belangrijk handelscentrum, verkeersknooppunt en administratief centrum van Zuid-Bohemen.
Het centrum van de stad herinnert sterk aan deze bewogen geschiedenis. In het gotisch raadhuis is een museum ingericht dat geheel gewijd is aan de hussitische beweging. Aan de stenen tafels voor het raadhuis hielden de hussieten hun religieuze erediensten. Tijdens deze vieringen dronken de hussieten ook uit de kelk, wat in die tijd een ongehoorde provocatie was, omdat de Kerk dat alleen aan priesters toestond.
Op het stadsplein staat een 19e eeuws monument dat opgericht is voor Jan Žižka.
Het plein in de vorm van een onregelmatige rechthoek strekte zich uit tot aan de verdedigingswerken, door een mengelmoes van straatjes die zonder enig concreet plan werden gemaakt. Het plein van Tábor ligt ook op het hoogste punt van de stad.
Onder het hele centrum bevindt zich een compleet doolhof van onderaardse gangen, die tijdens de Hussietenoorlogen als schuilkelder dienden. Het netwerk van gangen maakte het de inwoners niet alleen mogelijk om zich voor binnendringers te verbergen, maar ook om zich tegen de talrijke branden te beschermen.
Pal naast het oude stadscentrum ligt het grote kunstmatige meer Jordan, hier vonden de doopplechtigheden van de hussieten plaats. Het meer was echter in de eerste plaats aangelegd voor de drinkwatervoorziening, waar het nog steeds voor gebruikt wordt.
Bezienswaardigheden
Husitské muzeum
Het Husitské muzeum bevindt zich in het laatgotische stadhuis van Tábor. Het is gewijd aan de Hussieten, leden van de Hussietenbeweging. Het was een groep protestanten die volgelingen waren van Jan Hus en naar hem werden vernoemd. De katholieke kerk vocht tegen dergelijke hervormingsgezinde groeperingen, om zo hun eigen manier van leven en denken te beschermen. Dit resulteerde in ettelijke opstanden en veldslagen om de macht in heel Europa te kunnen nastreven.
Via de gelijkvloerse verdieping was hier een toegang tot een netwerk van ondergrondse tunnels. Dit labyrint is het gevolg van de verbindingen die gemaakt werden tussen de kelders van verschillende burgerhuizen. Tijdens de 16e eeuw werden ze gebruikt als schuilplaats, wanneer de stad door vijanden aangevallen werd. Ze werden verder ook als gewone kelders gebruikt, waar voedsel en drank opgeslagen werd, dat van pas kwam tijdens de vijandelijke aanvallen.
Deze tunnels lopen onder de Žižkovo Náměstí over een lengte van 800 meter en een groot deel ervan is voor bezoekers toegankelijk.
>>> Adres : Žižkovo Náměstí <<<
Hrad Kotnov
Hrad Kotnov is een overblijfsel van de gotische burcht gesticht door Přemysl Otakar II in de tweede helft van de 14e eeuw. In de Hussietentijd is het versterkingswerk van de burcht verbonden geweest met die van de stad Tábor. De burcht is aanzienlijk beschadigd in de 16e eeuw. Een gedeelte ervan is verbouwd tot een brouwerij in de 17e eeuw, de overige delen zijn geleidelijk verdwenen door nieuwere verbouwingen. De toren met een erker waaruit een balk met een katrol naar buiten geschoven kon worden die het mogelijk maakte dat de kanonnen van de toren gehaald konden worden, is de oudste batterietoren in Tsjechië. Binnenin is er een tentoonstelling over het leven en werk van de middeleeuwse samenleving (archeologische vondsten, gerestaureerde voorwerpen, modellen van gebouwen, e.a.).
>>> Adres : Klokotská 127 <<<
Děkanský kostel Proměnění Páně na hoře Tábor
In het noordwestelijke deel van Žižkovo Náměstí werd in 1440 gestart met de bouw van een nieuwe stenen kerk, ter vervanging van een vroegere houten kerk. De naam van de kerk verwijst naar de bijbelse symboliek (berg in Palestina waar Christus meldde de zoon van god te zijn).
De voorbereiding en de bouw van de kerk werd in handen gegeven van meester steenhouwer Staňka Menšiho města Pražského. Rond 1512 werd het gebouw in gotische stijl voltooid, de gewelven en het koor behoren tot de meest opmerkelijke in Zuid-Bohemen.
De gotische toren werd gebouwd bovenop de renaissance galerij en is 77,80 meter hoog.
Tussen 1896 en 1898 werd de sacristie en het barokke altaar vervangen door een neo-gotisch exemplaar.
De kerktoren met 250 trappen kan beklommen worden en biedt een prachtig uitzicht over de stad en de naaste omgeving.
>>> Adres : Žižkovo Náměstí <<<