Uničov is een stad in de regio Olomouc, maakt deel uit van het district Olomouc en telt ongeveer 12.500 inwoners.

​

Unicov is een van de zeven Moravische koningssteden, gelegen op de grens van Haná, Hrubý en Nízký Jeseník. De kern van het gebied is het stroomgebied van de Oskava. In het zuiden staat de regio open voor de Morava-rivier, van waaruit ze wordt gescheiden door het bos Doubrava. De stad is aan de andere kant omgeven door de uitlopers van het Jeseníky-gebergte. De oude nederzetting blijkt uit talrijke archeologische vondsten, zoals de ontdekking van de prehistorische ijzerfabriek in Želechovice.

 

Uničov werd rond 1213 gesticht door de Moravische markgraaf Vladislav Jindřich, die in 1223 werd bevestigd door zijn broer en koning Přemysl Otakar I. Uničov heeft het oudste stadsrecht in Bohemen en Moravië.

 

De doorslaggevende factor in de stad waren de Duitse kolonisten, die tijdens de eerste en tweede Duitse kolonisatie onder de Přemyslids en Luxemburgs naar de regio kwamen. Ze beheersten de stad tot de Hussietenoorlogen.

Het belangrijkste moment in het slaperige leven van een landelijke stad in 1770 was de ontmoeting van de Oostenrijkse keizer Joseph II. met de koning van Pruisen Frederik II. Uničov werd het denkbeeldige centrum van de Habsburgse monarchie in de week van 31 augustus tot 7 september.

 

Het grootste keerpunt in de geschiedenis van Uničov vond plaats na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bevolking raakte op de vlucht, het nationale karakter van de stad veranderde. In 1948 werd begonnen met de bouw van een gigantische technische fabriek, die nieuwe medewerkers nodig had. Het aantal inwoners nam toe, woonwijken, scholen, huizen groeiden en Uničov groeide.

 

De stad is de afgelopen jaren van gezicht veranderd : gerenoveerde gevels van huizen, gerestaureerde monumenten en moderne infrastructuur.

 

Bezienswaardigheden

 

Stadhuis

 

Het stadhuis dateert uit de tweede helft van de 14e eeuw of het begin van de 15e eeuw. Oorspronkelijk was het gebouw slechts een markthuis, een plaats, waar buitenlandse goederen werden gelost. Verschillende reconstructies hebben het oorspronkelijke gotische karakter van het gebouw weggevaagd.

​

In de noordoostelijke hoek werd een toren toegevoegd, die geleidelijk uitgroeide tot een hoogte van 45 meter en werd aangevuld met een galerij voor de torenwacht. In de 17e eeuw werd aan de westkant van het stadhuis een kapel toegevoegd, die nu dienst doet als ceremoniële zaal, en in de 18e eeuw sierde een enorme trap de oostzijde.

 

In de 19e eeuw werd het stadhuis herbouwd in een pseudo-renaissancestijl. Het stadhuis is het centrum van het Masaryk-plein, dat de vorm heeft van een onregelmatige trapezium en een oppervlakte van 13.719 m2, die het belang dat aan de stad wordt toegekend, uitstraalt.

 

>>> Adres : Masarykovo náměstí <<<

 

Medelská brána

 

Oorspronkelijk hadden vijf stadspoorten toegang tot de stad. De Šumvald-poort bevond zich aan de noordkant van de stad. Het was de belangrijkste stadspoort en werd ook wel de Grote of Koninklijke genoemd. De tweede poort was de Medelpoort, gebouwd aan de westkant van de stad. De Litovelpoort stond in het zuidwesten. In het zuidoosten stond de waterpoort, die alleen voor voetgangers werd gebruikt en ten slotte aan de oostkant de Brníčská-poort.

 

De enige bewaard gebleven stadspoort is de Medelská-poort. Het is een gebouw van één verdieping met een rechthoekige plattegrond en een overdekt zadeldak. De poort wordt gevolgd door de overblijfselen van de binnenmuren, terwijl de buitenmuren met de poort achter de gracht stonden, waarvan de resten een kleine vermindering van het terrein vormen.

 

>>> Adres : Medelská 124 <<<